Ga naar inhoud

Titel I - Vermogensdelicten

Artikel I-1 Diefstal (310 SR)

  1. Een persoon is schuldig aan diefstal wanneer hij of zij een goed of voertuig wegneemt zonder toestemming of enig recht daartoe te hebben.
  2. Bij een poging tot diefstal kan de maximale straf opgelegd worden tot 33% van de volledige strafeis.
Celstraf Taakstraf Boete
Eerste veroordeling 20 uur €1000,-
Tweede veroordeling 18 maanden €1250,-
Meerdere veroordeling 36 maanden €1500,-

Artikel I-2 Gekwalificeerde Diefstal (311 SR)

  1. Als een persoon een diefstal pleegt in een woning of op een besloten erf waarop een woning staat, terwijl hij of zij zich daar zonder toestemming of tegen de wil van de eigenaar bevindt, wordt deze persoon als schuldig beschouwd.
  2. Als een persoon in groepsverband een diefstal pleegt, wordt deze persoon als schuldig beschouwd.
  3. Als een persoon een diefstal pleegt door middel van braak, verbreking of inklimming, valse sleutels, een valse order of een vals kostuum, wordt deze persoon als schuldig beschouwd omdat hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het goed heeft bereikt.
  4. Als er sprake is van een poging tot gekwalificeerde diefstal, wordt de straf met 33% verminderd.
Celstraf Taakstraf Boete
Eerste veroordeling 40 uur €1500,-
Tweede veroordeling 10 maanden €1750,-
Meerdere veroordeling 20 maanden €2500,-

Artikel I-3 Diefstal met geweld / Overval (312 SR)

  1. Wanneer iemand zonder toestemming of recht een goed wegneemt en daarbij geweld gebruikt in welke vorm dan ook, wordt deze persoon als schuldig beschouwd.
  2. Het gebruik van geweld kan voorkomen bij de voorbereiding, diefstal, overval of vlucht.
  3. Als er sprake is van een poging tot diefstal met geweld of overval, wordt de straf met 33% verminderd.
Celstraf Taakstraf Boete
Eerste veroordeling 36 maanden €2000,-
Tweede veroordeling 72 maanden €2500,-
Meerdere veroordeling 108 maanden €3000,-

Artikel I-4 Afpersing (317 SR)

  1. Een persoon die met dwang gegevens of goederen opeist van een derde, wordt als schuldig beschouwd.
  2. Het forceren of eisen van een actie van een derde met dwang, leidt tot schuldigheid van de persoon die dit doet.
Celstraf Taakstraf Boete
Eerste veroordeling 45 maanden €750,-
Tweede veroordeling 72 maanden €1000,-
Meerdere veroordeling 108 maanden €1500,-

Artikel I-5 Afdreiging / Chantage (318 SR)

  1. Een persoon die gegevens of goederen opeist van een derde door bedreiging met smaad of openbaring van een geheim, wordt als schuldig beschouwd.
  2. Het forceren of eisen van een actie van een derde door bedreiging met smaad of openbaring van een geheim, maakt een persoon schuldig.
Celstraf Taakstraf Boete
Eerste veroordeling 27 maanden €750,-
Tweede veroordeling 40 maanden €1000,-
Meerdere veroordeling 90 maanden €1500,-

Artikel I-6 Verduistering (321 SR)

  1. Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij geld of goederen, die niet middels een misdrijf verkregen zijn, maar wel toebehoren aan een ander, opzettelijk en wederrechtelijk toeëigent.
Celstraf Taakstraf Boete
Eerste veroordeling 20 uur €500,-
Tweede veroordeling 30 uur €750,-
Meerdere veroordeling 60 uur €1000,-
## Artikel I-7 Heling (416 SR)
  1. Een persoon die een goed verkrijgt dat afkomstig is uit een misdrijf, of er aanspraak op maakt, wordt beschouwd als schuldig.
  2. Ook iemand die voordeel haalt uit de opbrengst van een door misdrijf verkregen goed wordt als schuldig beschouwd.
  3. Als een persoon redelijkerwijs geen weet kan hebben van de criminele oorsprong van het goed, wordt hij of zij als niet schuldig beschouwd.
Celstraf Taakstraf Boete
Eerste veroordeling 20 uur €200,-
Tweede veroordeling 30 uur €400,-
Meerdere veroordeling 60 uur €500,-

Artikel I-8 Witwassen (420bis SR)

  1. Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij of zij geld of goederen afkomstig van een misdrijf mengt of probeert te mengen met het normale circuit van geld en goederen.
Celstraf Taakstraf Boete
Eerste veroordeling 27 maanden €1500,-
Tweede veroordeling 54 maanden €2000,-
Meerdere veroordeling 108 maanden €2500,-

Artikel I-9 Geldige verklaring herkomst contanten (321 SR)

  1. Wanneer er tijdens aanhouding van een persoon door verbalisant een geldbedrag, hoger dan € 15000,- aan contanten aangetroffen wordt bij die persoon, zal er om geldige verklaring van herkomst gevraagd worden.
  2. Wanneer deze verklaring niet bewijsbaar of redelijkerwijs aannemelijk is, dan heeft de verbalisant de bevoegdheid dit bedrag in beslag te nemen voor onderzoek.
  3. Wanneer uit onderzoek blijkt, volgend op de inbeslagname zoals bedoeld in lid 2, geen criminele herkomst kan aantonen, dan is de betreffende organisatie gemaand tot restitutie.
  4. Wanneer uit onderzoek blijkt, volgend op de inbeslagname zoals bedoeld in lid 2, criminele herkomst aantoont, dan zal de in beslag genomen som vernietigd worden.